zaterdag 19 december 2015

Onze liefde was als een gedeelde coma. Toen ik je tegenkwam in de roes, was alles zo mooi. Je prikte dwars door de muur heen, die ik zelf eens opgetrokken had. We lagen knock-out, gevlochten tussen twee armen en een bonzend hart. Nu zit ik op de rand van je bed, je blik rust op mijn rug. Zijn bed is als een eiland, tussen hoopjes uitgetrokken textiel. Ik maak mezelf nog even klein, omdat ik in de tijd die ons is gegund, alleen maar bij jou wil zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten