dinsdag 25 oktober 2016

dinsdag 25 oktober

Je wilde abrupt stoppen met roken. Zoiets radicaals had je niet meer gedaan sinds je in een dronken bui permanent op je liet tekenen. Jij, de idioten en de alcohol. Ik heb je bij hun achtegelaten. Vergiet jij het bloed dan spuit ik je sporen schoon. Ik word moe van je. Zei je wat? Tuurlijk luister ik, liefste. Voor mij geen helft, slechts de knopen in je schouders. Sinds ik ze erin had gelegd kon ik ze er ook wel weer uithalen, vond je.
In een vorig leven was ik precies hetzelfde geweest. Ik weet het zeker.

zondag 23 oktober 2016

Roosbeef - nachtauto


moet ik je kennen van een roadmovie?
ben je een waaghals een groot acteur?
of slechts een bescheiden figurant
die geparkeerd staat voor een deur?
ik geloof dat het hier heel mooi moet zijn
ook al stopte ik blind in de nacht
ik geef me aan je over
wie stuurt heeft de macht

zaterdag 22 oktober 2016

Ester Naomi Perquin

Vandaag ontdekte ik een dichteres. Het gebeurt vaak de laatste tijd. Nu ik zo in mijn hoofd zit kom ik ze telkens tegen. Eerst had je Roos Rebergen, toen stuitte ik op Lieke Marsman, en nu, zomaar: Ester Naomi Perquin (dat spreek je uit als: Perkwien).

Ik liep door het centrum naar huis, zoals ik wel eens vaker doe. Niet omdat ik het per se wilde, maar het vandaag niet meer, niet minder, gewoonweg mijn route naar huis was. Oké, én ik had geen zin om om te lopen. Afijn, ik pauzeerde mijn stappen voor de etalageruit van Boekhandel Hijman Ongerijmd. In de winkel hing een grote poster waarop een gedicht was afgedrukt.


Ik las het en maakte er een foto van. Zojuist las ik het opnieuw, en nog eens. En ik dacht: ja. Ja, Ester, daar sla je maar weer mooi de spijker op zijn kop, met je woorden. Wat fijn dat je dat doet, wat fijn dat je er zo goed in bent. Wat fijn dat elke keer als ik zo'n gevoel krijg als ik iets lees wat me aanspreekt, waarin ik me vinden of verliezen kan, en ik kan zuchten en denken: gelukkig. Gelukkig dat de nog niet op zijn, het kan nog, nog niet alles is geschreven. Je bewees het aan me, met je letters, woorden, daar in die etalageruit.



Was dat nou zoveel gevraagd


Ik wilde er één waarin je kon klimmen. Een roestvrije, hufterproof,
die torende en zweeg. Een kapersnest om me in te begraven,
een donderlach van rollende stenen de bergwand af.
 

Ik wilde een prachtige grap zijn, beloond met een naam. Ik wilde
er één op het schoolplein, om naar me te kijken. Eén aan

de rand van de massa, met bloemen, op zoek.

Ik wilde een pannenkoeketende met manshoge vloeken. Een felle
met iets te lang haar. Eentje die graag wodka dronk en luidkeels
liedjes zong over het paard in de gang, de kop van de kat.


Ik wilde er één om oud te zien worden. Koffie te geven.

Eén die mij na kon vertellen. Eentje maar die
schokbestendig was en watervast.



woensdag 19 oktober 2016

Zomer zonder zwembad

Zomer zonder zwembad

We gooien onze hoofden in onze nek als we lachen en zijn ontstellend jaloers op Belgische achternamen. We zullen niet winnen van de meisjes met blonde haren. Want zo voelt het.
''De zon en de maan liggen zo dichtbij als je kijkt naar de dagen van de week'', ik kon het maar niet begrijpen. We zoeken allemaal een hand om in te knijpen.
Zomer zonder zwembad, parasols waaronder thee wordt gedronken, een geliefde die haar volpompt met baby's. De manier waarop hij 'mijn vriendin' zegt. Alsof ze zijn eigendom is.
Ik kwam tussen beide.
''Je moet er niet naar kijken'' zei ze, ''anders gaat het pijn doen''. Een kortstondige ervaring met de dood zonder er zelf aan te sterven. Zinken of zwemmen.

zondag 9 oktober 2016

9 Oktober

Dag mama,

Stond ik zomaar boodschappen te doen in de supermarkt, terwijl je er vandaag alweer 7 jaar niet meer bent. Het is lastig te behappen dat de dingen doorgaan. Vooral omdat het me 7 jaar lang zo goed is gelukt. Maar het is een keertje op.
Ik schrijf je omdat het niet zo goed met me gaat. De laatste tijd moet ik veel huilen. Vaak huil ik dan om jou. Ik ben moe, en ook moe van het moe zijn. De kleur is er wel een beetje af hier. De dagen duren lang en vragen veel van me. Het is lastig om een plek te vinden om uit te rusten. De dingen die ik om me heen zie maken me erg verdrietig, de mensen irriteren me. Waren we maar samen verloren gegaan.
Ik woon in Arnhem maar het is mijn thuis niet. Als ik dan in Dieren ben, en blootsvoets over onze dode moeder trap loop, en papa boven hoor rommelen, lijkt het alsof de stukjes niet meer passen. Het is een onrustig gevoel, een zware deken.
Maar ik ben zoveel, zoveel extra, van papa en Robin gaan houden, hé mama. Dat is toch wel iets moois, wat uit deze ellende is voort gevloeid. Ik kan het je niet uitleggen, maar ik weet dat je begrijpt wat ik bedoel.
Ik ga ook met iemand praten, ja het is zover. Alles wat eruit kan zal ik er uit trekken als het moet. .
En mam, kom toch gerust eens spoken hier. De deur staat voor je open. Kruip dan naast me in bed, in een treintje, zoals we dat altijd deden.

Nu mis ik jou, zoals ik eigenlijk jou altijd missen wou.


dinsdag 4 oktober 2016

Ik ben een slechte vriendin. Laat niks van me horen totdat iemand er naar vraagt, en meen het niet wanneer ik de bal terugkaats. Ik interesseer me weinig in andermans interesses. Ik trek aan maar duw weg. Ik ben ongeduldig. Ik verwaarloos mijn hoofd en verwater mijn vriendschap. Ik kan het op leeftijd afschuiven, het wie/wat/waar ben ik, de nu-generatie. Maar er is een groter verdriet wat nog ergens in mij schuilt, en ik kan er niet voor weg blijven lopen, doen alsof het er niet is.
Dus bij deze sorry. Sorry dat ik het nooit meen als ik vraag hoe het gaat. Sorry dat ik nooit eerlijk antwoord geef. Sorry dat ik in halve zinnen spreek. Sorry dat jullie altijd zo lang moeten wachten met mij, en zo geduldig moeten zijn. Sorry dat ik afzeg. Sorry dat ik geen zin heb, of geen zin kan maken. Sorry dat ik mezelf niet ben. Sorry dat ik mezelf in de schemer zet, terwijl ik best een stap opzij kan doen, of in ieder geval het licht wat minder kan dimmen. Sorry dat het zo vaak om mij gaat. Sorry voor mijn bagage. Sorry voor het ongevraagd opzadelen. Sorry dat ik zo moe ben. Sorry dat ik wegkruip. Sorry dat ik jullie soms tussen de uren prop om jullie gezien te hebben, om elkaar even bij te kletsen, om jullie te laten passen in mijn planning. Dat is niet eerlijk, jullie horen geen tijdstippen in mijn agenda te zijn. Sorry dat jullie dat wel werden.
Sorry dat ik moe ben. Sorry dat ik vermoeiend ben. Sorry voor het vele praten. Sorry voor het niet goed luisteren. Sorry dat dit zo lang heeft moeten duren.
Ik heb spijt, nu zelfs teveel. Daarom zoveel sorry. Sorry daarvoor.
Maar ik ben jullie niet vergeten. Ik weet jullie namen nog bij jullie hoofden. Geloof het of niet maar ik denk veel aan jullie, en aan wat ik eigenlijk zou moeten doen, maar af laat weten. God dank hebben we de foto's nog, jullie zijn voor- en achternamen in mijn dagboek, ergens onder een datum, vaak met een leuke anekdote erbij. Gelukkig dat mijn herinneringen er nog zijn. Gelukkig dat ik nog weet hoe het eerst was. Gelukkig ben ik er nog. Gelukkig zijn jullie er nog. Gelukkig heb ik nog niet opgegeven. Gelukkig heb jij nog niet opgegeven. Gelukkig hebben we elkaar nog. Gelukkig is er tijd. Gelukkig is het niet te laat.