zondag 29 november 2015

Wasserette

Voor het eerst bezoek ik een wasserette. Altijd had ik al een beetje gedroomd over dit moment. Mijn haar samengebonden in een rommelige knot, een bril op mijn neus, een wijde spijkerblouse aan. Voor dit moment heb ik zelf een kruiswoordpuzzelboekje gekocht bij de kiosk van het nabij gelegen station. Met een handjevol aan muntgeld op zak stap ik het smoezelige waspaleis binnen. Het is zaterdag, laat, en ik ben de enige. Op de achtergrond draait een soort muziek dat nog het meest in de buurt komt van blues. Ik kniel voor een willekeurige wasmachine en begin met het inladen van mijn vuile was. Het programma begint. Langzaam zie ik door het raampje hoe de trommel wordt gevuld met water en zeep. Ik drijf mee. Hoe zou het zijn als je je zorgen kon wassen? Je selecteert ze zorgvuldig, kiest een passende benadering, wast ze uit, wringt ze grondig en laat ze vervolgens drogen. In werkelijkheid is het anders. Als je het mij zou vragen hangt mijn vuile was spreekwoordelijk altijd buiten. Iedereen kan het zien, maar niemand durft er ooit wat van te zeggen. 

Ik klim op de wasmachine, net zoals ze dat in films doen. Ik voel me volwassen. Hier ben ik dan, ik draai mijn eigen was. Ik heb me nog nooit zo zelfstandig gevoeld. Uit mijn tas haal ik het kruiswoordboekje. Zo'n 40 minuten lang knaag ik op het zoeken van woorden, en het uiteinde van mijn potlood. Er klinkt een piep, de was is schoon. Ik spring op van de machine en zoek mijn was uit. 

vrijdag 27 november 2015

27 november, 2015

Wat leuk was vandaag:
Wakker worden van het geluid van ruitkrabbers. De begripvolle blikken, over en weer, in de volle trein tijdens de vrijdagmiddag spits. Telefoongesprekken afluisteren. Een chocoladeletter delen. Overwerkers met de handen in het haar, gespot in kantoorpanden. Innige omhelzingen op het station. Rode wangen van de kou. Honden met een fietslichtje.


maandag 23 november 2015

Grote zus, kleine zus

Lieve grote zus,

Want dat is wat jij bent, en altijd zal blijven. Ik schrijf dit stukje voor je, eigenlijk ook wel omdat we beiden wisten dat je er niet aan zou ontkomen. Na eerst mama, toen papa, en hun relatie, een plekje te hebben gegeven op mijn blog, ben jij nu ook aan de beurt. Zet je schrap, dit wordt misschien een tranentrekkertje, maar ik bedoel het goed.



Het zal misschien niet makkelijk zijn geweest, in het hele begin. Jij moest plaatsmaken voor een nieuw familielid, een klein zusje. Nog niet wetende wat je rol precies zou zijn in het gezin, naast een grote zus, was je heel enthousiast voor mijn komst. Ik weet er natuurlijk weinig van, want ja, baby's onthouden nou eenmaal niet zoveel. Maar zoals ik altijd van iedereen heb mogen horen, en gister ook samen met jou terug heb gezien op onze oude foto's, was jij helemaal weg van mij.

Je nam me graag op schoot om te knuffelen of te spelen, Baby Annabel werd al snel vervangen door mij. Een poppetje, werd ik wel eens genoemd.



Ik heb zoveel leuke herinneringen met jou. Spelen op straat of in de bossen, schommelen in de achtertuin. Samen een tentje opzetten, bij elkaar in bed, of samen in bad. Logeerpartijtjes met onze dagboekverhaaltjes, verkleden. Die dingen zijn langzaam veranderd in ''wat grote zussen doen''. Samen naar de stad voor een theetje, kletsen in de zon met een stapel tijdschriften, een appeltaartje in elkaar flansen.

Gister hebben we een heel bijzonder en heftig gesprek gehad. Want makkelijk was het niet. Hoe gek je ook met me was, alle aandacht gaat al snel naar zo'n klein kindje, en je zal je vast wel eens gepasseerd hebben gevoeld toen ik er net was.



Je vertelde me over je jaloezie, niet alleen toen, maar ook toen ik ouder werd. Je hebt de eigenschap je snel te vergelijken met alles en iedereen, en voelt je dan al snel onder de maat doen. Wat nergens voor nodig is, jouw prestaties tellen even zwaar en even goed als de mijne. Daarin is echt geen verschil. Ik hoop dat je dat goed in je oren knoopt, lieve zus.

Zoals jij opkijkt tegen mij, kijk ik op tegen jou. Meerdere opleidingen afgerond, het huis draaiende houden, voor mij zorgen, voor papa zorgen, rondrennen voor iedereen, tijd maken voor je vriend, een huisje vinden en je settlen, dat huisje opknappen, loslaten, uitdagingen aangaan, enzovoorts enzovoorts. Lieverd, je kan niet blijven rennen. Je kan niet alles tegelijk, en niemand verwacht dat ook van jou. Ik kan me niet voorstellen hoe moeilijk het soms is, dat je jezelf soms zo koppig in de weg kan staan. Je loopt vaak tegen anderen op te boksen, maar nog meer tegen jezelf. Dat doet mij pijn om te zien. Pijn als jij je realiseert dat je niet tevreden bent met bepaalde eigenschappen van jezelf, die helemaal niet negatief hoeven te zijn, die je ook positief benutten kan.



Het is verdrietig dat je zo onzeker bent. Dat je het idee hebt dat dingen soms niet lukken bij jou, of dat je niet genoeg bent, of dan juist weer teveel. Naar mijn idee zijn al die onzekerheden zo overbodig, maar tegelijkertijd snap ik zo goed dat je ze hebt, we are only human. Als ik je nou eens vertel dat je een hele mooie vrouw bent, die sterk in haar schoenen staat, geloof je me dan alsjeblieft?

Toen je terug kwam van een 2e halfjaarse stage, ditmaal in Guersney. Zagen papa en ik beiden, ja echt, een andere Robin. Je had een gloed, ondanks de nare periode die je daar achter je hebt gelaten. Je was jezelf tegen gekomen, en je sprak heel wijs en dapper over je ervaringen en challenges daar op dat eiland. Onze wekelijkse skypesessies vond ik toen soms behoorlijk moeilijk. Het was moeilijk te slikken, dat jij, net als papa, er depressief bij zat. Ik maakte me ontzettende zorgen, en was dan ook bijzonder opgelucht maar ook geschrokken toen je terug kwam.





Nu met alle ellende van afgelopen jaar, maar ook de jaren daarvoor, heb je opnieuw een taak op je genomen. Je runt de administratie van twee huishoudens, bent constant in de weer met zaken die je eigenlijk nooit op je had moeten krijgen, maar wat, helaas, toch is gebeurt. Als ik dat toch eens had om kunnen draaien, als jij nou is de kleine zus was geweest, dan had ik die last voor je kunnen dragen, ook al is dat maar voor even.

Het verlies van mama tackelt je ook nog elke dag. Je maakt je druk om papa en mij. Niet gek, je hebt zo een moederrol erbij. Maar dat is niet jouw plek. Daarbij vullen al die zorgen het gat van mama ook niet op. Toch ben ik blij dat ik veel trekjes van haar terug zie in jou. Je lijkt ontzettend veel op mama, en dat vind ik een hele mooie erfenis, die je goed staat.



Je bent een doorzetter, praktisch, en ingesteld om te overleven. Want dat zie ik, in alles wat je doet toon je een ontzettende overlevingsdrang. De wedstrijd van de sterkste, voor stoppen en uitblazen is geen tijd. En toch wil ik erg graag dat je dat doet. Neem tijd om even stil te staan, te kijken naar de sprinten die je hebt genomen. Ga er eens voor zitten, ontknoop die wirwar in je hoofd. Ik wil, net zo min als jij voor mij, dat je hier niet aan onderdoor gaat. Er zijn nu eenmaal dingen die we moeten doen: school, werk, vriendjes en dat soort dingen. Soms zijn die dingen niet leuk, of eventjes heel vervelend, maar laten we ook niet vergeten zo nu en dan even naar ons hart te luisteren, en een stapje terug te doen.




Vaak ben je bang dat we uit elkaar groeien, daar is misschien ook even sprake van geweest. Maar, dan wil ik niet kijken naar de problemen tussen ons, maar de situatie die op de achtergrond constant door dreunt. Ik kan toegeven dat we door alle ellende, wij alle drie, even van ons pad zijn geweken. De focus was zoek, de drive ook. Maar mijn gevoel zegt mij dat we die weer terug hebben gekregen. Daarbij zijn we zusjes, daar liegt ons DNA niet om. Ik zou nooit afstand kunnen nemen van iets want verwant is aan mijn bloed.

Lieve, sterke, grote zus. Ik hou ontzettend veel van jou, ik bewonder jou. Zie dit bericht als een houvast, een opsteker, een advies, een herinnering en een belofte. Wat wij hebben met ons drie, gaat nooit voorbij.



donderdag 19 november 2015

Boksen

Boos, moe, verslagen. Zie je dat dan echt niet? Ziet dan echt niemand dat ik aan het boksen ben met mezelf? En god, wat een uitputtend. Alleen met jezelf in zo'n ring, ik kan het niet anders beschrijven. Ik loop constant tegen muren op, maar heb me nog geen moment afgevraagd of ik ze er zelf heb neergezet.

En ik wil slaan. Slaan, schreeuwen, schoppen, huilen, snikken. Troosten, zuchten, vasthouden en slikken. 

Kan iemand mij aan? Ik kan mezelf niet aan.

maandag 16 november 2015

Besmet met bindingsangst bewoon ik mijn vaste kroeg. Bier wordt gedronken, geademd en vervolgens uitgezweet. Ik moet er niks van hebben. Meisjes zwieren op hoge hakken voorbij, gearmd met jongens die ik het plezier niet eens gun. Er wordt op mijn schouder getikt. Moeilijk kijk ik op. Je stelt je voor en nodigt me mee uit naar buiten.
We staan in een portiek, kleumend. Het vuur likt aan het uiteinde van je sigaret. De nacht buigt zich over ons, maar ontfermt zich over niemand. Een stilte. Je vraagt naar mijn naam en bestudeert de kleur van mijn ogen. Mijn wangen gloeien. In mijn hoofd spookt het: ''Zal ik gewoon je hand pakken? Zal ik je hand pakken en met je wegrennen, gewoon, omdat het kan?''
En zo stal ik je hand, je arm, je hart. Ik nam je mee. Dook de nacht in, beroofde je van herinneringen waarvan je dacht dat je ze vergeten was

zaterdag 14 november 2015

Is er dan echt een grote tafel nodig om er spreekwoordelijk aan te kunnen zitten met zijn allen?
Want ik zie niet in hoe we anders haat en terreur de wereld uit helpen. Elkaar afmaken helpt zeker niet, en toch doen we het. Misschien dan toch ouderwets de koppen bij elkaar, en dingen uitpraten, niet?

Een paar woorden

Ik wil hier een paar woorden over kwijt:

Ik kan mijn ogen sluiten, maar de beelden blijven kleven. Maar houd hoop. Ik heb hoop, voor ons allen. En dan vooral in de generatie die nu opstaat, deze 'new age'. We zijn vanaf jaar 0 al geïnjecteerd met beelden over oorlog en aanslagen, grensconflicten en haatzaaierij. Ik ben daarom opgelucht om te zien dat iedereen in mijn kring inziet dat er opnieuw een trukendoos wordt opengedaan na dit verschrikkelijke conflict. Een trukendoos om mensen tegen elkaar op te zetten, om een scheiding te creëren en ons uit elkaar te drijven. Om een vinger te kunnen wijzen: ''Jij bent het probleem.'' Of: ''Je religie is het probleem.'' God dank dat we nog niet verlamd zijn, dat we deze trucjes door hebben en dat we vooral niet stilzitten. Blijf scherp en houd elkaar verdomme vast.

Liefde wint, dat moet.

dinsdag 10 november 2015

Pak jezelf op
en leg je naast me neer

vouw je zorgen op
strijk ze glad
en verberg ze onder het kussen
als een hotelpyjama

krul je op
en
haak in

maandag 9 november 2015

zondag 8 november 2015

There was a big bang

Voor ons bestaan
moest alles kapot

om iets moois te creëren
moet je soms vernietigen

ik explodeer van binnen
maar het komt goed

maandag 2 november 2015

We deelden een huissleutel en daar bijkomstig ook een deur. Dat was het eigenlijk wel, maar het was genoeg. Dan zong jij liedjes en draaide ik de kamer door. En als je moe was deed ik maar alsof. Ik droom met open ogen als ik bij jou ben. En waar je vingers ook zochten, mijn hand beantwoordde ze, altijd. En in mijn gedachte ben je nog steeds hier, waren we verliefd, elke dag.
Ik was van jou, voordat ik mezelf was. En nu ben ik mezelf niet, ik ben niet van mezelf, noch jou, noch iemand.

zondag 1 november 2015

31 oktober - 1 november

De gure oktober wind, die zijn laatste uren had ingeblazen, waaide onder onze jassen. Bij het struikgewas op de hoek, vlakbij het schoolgebouw, dronken we Italiaanse rode wijn regelrecht uit de fles. We trokken een vies gezicht en er ontstonden blosjes op onze wangen. Het was toen kwart voor 10.
We trokken de karavaan van onszelf, plus een manke fiets, voort. Op een hoge ruit van een mooi pand hing een poster: ''Laad me met rust'' - Loesje. In ons hoofd stonden we stil bij de woorden, terwijl onze knikkende knieën ons moeizaam een flauwe helling op trokken.
We troffen het studentenhuis. De jongens op de patio rookten zelfgerolde sjekkies en stelden zich voor. Zij waren verkleed, wij verward.
We mengden ons in gesprekken en deelden een literfles Pools bier. We liepen in en uit, kijken wie er zich het best aan de dresscode had gehouden. Meisjes in bruidsjurken en jongens met ooglapjes en improvisatie grime. Dit was niet onze plek, en dat wisten we.
Zonder iets te zeggen waren we de deur uit gelopen. We hielden een tussenstop met ons favoriete nummer, een goed gesprek en een sigaret. We hadden veel bekijk van de mensen die niet wisten wat we deden. Wij wisten het ook niet, maar daar keken we elkaar ook niet raar voor aan. We moesten lachen en besloten drenkelingen te zijn die avond. Waar we zouden stranden maakte niet uit, zolang we elkaar hadden, was de avond nog net zo jong als wij.