Het personeel van Luxor vangt aan; een garderobe vrouw, beveiliging, dj's. Ook stapt er een man van zijn fiets, hij heeft rasta's en een koptelefoon om zijn nek. ''Gaat U ook draaien?'', flap ik eruit. De man lacht. ''Nee, ik doe de wc's.'' Ik heb hem die avond nog meerdere malen opgezocht om te vragen hoe het ging, en wat het grappigste was wat hij ooit tijdens zijn werk had meegemaakt.
Afijn, nog steeds op dat bankje. Er komt een jongen aangezwalkt. Hij negeert de verkeersregelaar en roept iets in de trant van ''met deze schoenen, ze moeten me eens durven aan te rijden!'' Hij loopt zo Luxor binnen om te vragen naar de after maar staat binnen 3 tellen weer buiten en wendt zich tot mij. ''Jij wist dit, waarom zei je niks? Je wilt me voor de gek houden he?'' Hij neemt plaats naast me. Voor dat ik het weet hebben we een gesprek over het verliezen van je moeder en observeren we aandachtig wat er aan ons voorbij loopt.
Quido heet hij. Een man van 27, en hij geeft zelf toe: een moederskindje. Ik probeer hem gerust te stellen door te vertellen over mezelf. Over hoe het is, hoe het verder moet, na zo'n verlies. Hij stelt het op prijs en begint dan over diepere zaken: ''je wijsheid spreekt maar je gevoel overheerst..'' Aldus Quido.
23:30. Het feest vangt aan. Er begint een groep mensen een rij te vormen voor de deuren van Luxor. Ik herken enkele gezichten van het festival. Niemand van ons weet echt wat te verwachten, maar onze benen zijn nog niet moe. We moeten dansen, we moeten de muziek in.
Eenmaal binnen zie ik allemaal mooie mensen. Bewust van de muziek, een energieke massa. Het geeft zo'n fijn gevoel. Die warmte, de sfeer, de palmplanten op het podium. Alles klopt tot in de puntjes. We drinken uit flesjes, we drinken uit bekertjes. Dan gaan we weer buiten, steken een peuk op, en duiken vervolgens weer de dansvloer op. Zo'n avond is routine.
Rond een uur of 2 ben ik door. Ik kan niet meer dansen. Buiten zitten dan maar, en weer mensen kijken. Dat is overigens één van mijn vele hobby's. En het verveelt nooit. Mensen lachen naar me, sommige lopen zelfs naar me toe om een high five te halen en wat woorden te wisselen. Die dingen maken me altijd blij. Er zijn natuurlijk ook mensen, waarmee je zomaar iets hebt. Je spreekt elkaar niet aan, maar zodra blikken kruizen is er even zo'n moment, zo'n klik. Het is een ongeschreven regel: lachen, zwijgen, en weer doorgaan.
Energie uit een rietje, toch weer aan het bewegen op de muziek. Ik weet niet hoe ik het doe, maar dat geeft niet, zolang ik maar niet stil sta. Gewoon luisteren en dan gaat je lichaam vanzelf we mee.
Het feest loopt aan zijn eind. Blikken worden gewisseld, drankjes worden opgedronken en de muziek dempt. Niemand wilt naar buiten, maar met zijn allen wachten tot de regen stopt heeft ook zo weinig meerwaarde. Nee, het stopt hier, het is mooi geweest. Een grote groep jonge mensen split op dezelfde plek waar het die avond begon. En ik? Ik zit nog even op dat bankje, ik kijk, ik twijfel, en besluit dan ook te gaan.