vrijdag 30 oktober 2015
dinsdag 27 oktober 2015
Als ik zou rappen, dan klinkt het een beetje als..
Het leven is een les in geduld. En ik zou je willen vertellen hoe het gaat met me, ik praat graag met je. Maar momenteel gaat het even niet zo goed, ik doe wel wat ik doen moet maar zit even zonder moed. Het voelt als douchen in de stroop. Stromende stralen die maar moeilijk langs me geraken. Overspoelt door de gedachten, moe van het lange wachten. En je vraagt je bij jezelf, ''hoe gaat het met mezelf?'' Buiten om me heen waakt de stilte, maar van binnen ben ik aan het gillen. Ik weiger langer te tillen, toch weiger ik die pillen. Wat is vertrouwen, van wie kan ik houden. Wie vertelt me hoe en wat, wie zet me weer recht op het pad. Ik vertel je nu, het leven is een les in geduld, je zit het uit. Je moet, en je zult.
zaterdag 10 oktober 2015
Jan en Anneke, een sprookje
Beginnende aan dit verhaal over mijn ouders, wordt mijn goede bedoeling even verstoord. Mag ik hier wel aanzitten? Behoort deze liefde niet thuis op de boomstammen waar het mee begon, de liefdesbrieven en ansichtkaarten over en weer, de kriebeltjes in studieboeken her en der? Nee, ik schud mijn hoofd. Hun liefde was een sprookje, maar een paar pagina's in een mooie bundel heeft het nooit gehaald. Dan maar zo.
Toen ik nog een kleine drommel was, en ik keek naar mijn ouders, waren zij, tsja, niets meer niets minder dan ouders. Hoe bijzonder, dat de standaard 'huisje, boompje, beestje', uitgroeit tot een thuis, een tuin waarin je je verjaardagen viert en je een zwembadje hebt staan in de Zomer. Hoe de banden van 'mama en papa' zich uitbreiden tot beste vriend en vriendin, vertrouwenspersoon, inspiratie, spiegel, praatpaal, en meer.
Toen mama's ziektebed verhuisde van ziekenhuis naar thuis, werden we zoveel meer één als gezin. Als 11-jarige heb ik dat gemerkt, aangevoeld. Hoe bewogen ons hebben en houden toen ook was, het was gezellig. Om 2 uur werd je soms gewekt door de geur van koffie. Van de smaak moest ik niks hebben, maar ik kwam dan toch graag beneden. Dan zat papa aan mama's bed, en het enige wat hij deed was kijken. Ik schoof graag aan en deed dan het zelfde. Even vergaten we de nachtwaker, de verschillende pijnstillers in het medicijnenkastje en de 6 tumoren in haar hoofd.
Die avonden staan me bij. Hoe papa toen naar mama keek, hoe hij haar verzorgde, en hoe hij eigenlijk het liefste had willen schreeuwen, stampen, huilen. Want godverdomme, die ziekte stal zijn vrouw. Hij sjanste met haar leven, het nam haar glans, haar lach, hoe ze was.
Toen mama er niet meer was, kon ik het niet laten om te vragen hoe papa mama eigenlijk had ontmoet. Voor elk kind komt zo'n moment, of je nou 12 of 20 bent.
Papa had net een relatie achter de rug, en was eigenlijk nog steeds bezig met uitzoeken wat hij wou. Wat ging hij doen met zijn studie, ging hij door? Wat waren zijn doelen. Allerlei vragen waar je als young-adult mee wordt geconfronteerd. Hij zat in een sleur.
Op een avond stond één van zijn beste vrienden aan de deur. ''Kom op, kom, we gaan naar de keet. Ik heb een meisje ontmoet, en ik wil haar opzoeken. Kom op man, ga mee!'' Die keet stond in een gat, genaamd Hardenberg. Oh wat zag hij er tegenop. Hij had helemaal geen zin in dat kroegengedoe, in de drank, in de sfeer. Maar hij ging mee, en hoe.
Na een ellendige autorit, draaiende om die ene chick die zijn vriend daar zou treffen, waren ze er dan. Hardenberg, de keet. Papa komt binnen, en daar zat ze dan; mama. En wat had hij het te pakken, gelijk al.
Op zo'n moment ontbreek ik hem: ''Wat droeg ze dan? Wat had ze aan?'' Een broekpak, had hij gezegd. Een broekpak met leuke schoenen, een mooie lach, stijl haar, lieve ogen. Nog maakt hun ontmoeting me verheugd.
Vanaf daar gaat het eigenlijk best snel tussen de twee. Ze zijn verliefd, en iedereen ziet het, voelt het. Er hing een soort sfeer om ze heen, overal waar ze gingen. Onafscheidelijk. Zelfs nu hoor ik het nog terug van mensen die papa kennen. Het maakt me jaloers en nieuwsgierig. Ik ben zo benieuwd hoe dat eruit moet hebben gezien. Wanneer dit ter sprake komt, kan ik niets liever willen dan dat ik een tijdgenoot van ze was geweest.
Papa, wonende in Lelystad, en mama, uit het dorpje Zwartsluis. Ze schrijven brieven, zoeken elkaar op, plannen vakanties. En al snel trekt mama bij hem in. Ze hebben samen een flatje, met flink wat ruimte ook. Versierd met planten, Perzische tapijten,boekenplanken, asbakken, kussens. Een thuis, vol gezelligheid.
Tja, wat er de jaren daarop gebeurde hoef ik niet te vertellen. Robin en ik zijn het levende bewijs dat hun liefde bestaan heeft. Naast de foto's, de herinneringen, de brieven, waar we altijd nog even terug in kunnen graven.
Dit sprookje, het opschrijven bezorgt me tranen van vreugde maar ook van verdriet. Zo blij als ik ben met deze twee als ouders, zo verdrietig als ik me voel als ik besef aan hoe bruut het sprookje is beëindigd. En het feit dat er geen dag voorbij gaat dat papa het niet over haar heeft. Hij droomt nog altijd over haar. Het liefst zou hij haar volgen, zelfs de dood in.
Mijn zus en ik hebben allebei een beetje mama in ons. En dat is waarschijnlijk genoeg voor papa. Genoeg om zich te kunnen verheugen op hoe wij ons ontpoppen, als twee jonge vrouwen. Hij herkent haar in ons, en het maakt ons blij. Wij zijn slechts onszelf. Papa is misschien de liefde van zijn leven kwijtgeraakt, maar daar heeft hij wel 2 prachtige dochters als erfenis aan te danken. En die liefde, die liefde tussen die 4, leefde nog lang en gelukkig. Die liefde leeft voor altijd.
(Papa, dit is voor jou. Robin, ook voor jou. Ik hou van jullie. Sorry van het openbreken van je fotoboeken pap, gezien de tijd van het jaar ontkom ik er niet aan.)
Jan en Anneke
Toen ik nog een kleine drommel was, en ik keek naar mijn ouders, waren zij, tsja, niets meer niets minder dan ouders. Hoe bijzonder, dat de standaard 'huisje, boompje, beestje', uitgroeit tot een thuis, een tuin waarin je je verjaardagen viert en je een zwembadje hebt staan in de Zomer. Hoe de banden van 'mama en papa' zich uitbreiden tot beste vriend en vriendin, vertrouwenspersoon, inspiratie, spiegel, praatpaal, en meer.
Toen mama's ziektebed verhuisde van ziekenhuis naar thuis, werden we zoveel meer één als gezin. Als 11-jarige heb ik dat gemerkt, aangevoeld. Hoe bewogen ons hebben en houden toen ook was, het was gezellig. Om 2 uur werd je soms gewekt door de geur van koffie. Van de smaak moest ik niks hebben, maar ik kwam dan toch graag beneden. Dan zat papa aan mama's bed, en het enige wat hij deed was kijken. Ik schoof graag aan en deed dan het zelfde. Even vergaten we de nachtwaker, de verschillende pijnstillers in het medicijnenkastje en de 6 tumoren in haar hoofd.
Die avonden staan me bij. Hoe papa toen naar mama keek, hoe hij haar verzorgde, en hoe hij eigenlijk het liefste had willen schreeuwen, stampen, huilen. Want godverdomme, die ziekte stal zijn vrouw. Hij sjanste met haar leven, het nam haar glans, haar lach, hoe ze was.
Toen mama er niet meer was, kon ik het niet laten om te vragen hoe papa mama eigenlijk had ontmoet. Voor elk kind komt zo'n moment, of je nou 12 of 20 bent.
Mama, zoals ze was, zoals ze naar hem kon kijken.
''In de trein naar Harderwijk''
Papa had net een relatie achter de rug, en was eigenlijk nog steeds bezig met uitzoeken wat hij wou. Wat ging hij doen met zijn studie, ging hij door? Wat waren zijn doelen. Allerlei vragen waar je als young-adult mee wordt geconfronteerd. Hij zat in een sleur.
Op een avond stond één van zijn beste vrienden aan de deur. ''Kom op, kom, we gaan naar de keet. Ik heb een meisje ontmoet, en ik wil haar opzoeken. Kom op man, ga mee!'' Die keet stond in een gat, genaamd Hardenberg. Oh wat zag hij er tegenop. Hij had helemaal geen zin in dat kroegengedoe, in de drank, in de sfeer. Maar hij ging mee, en hoe.
Na een ellendige autorit, draaiende om die ene chick die zijn vriend daar zou treffen, waren ze er dan. Hardenberg, de keet. Papa komt binnen, en daar zat ze dan; mama. En wat had hij het te pakken, gelijk al.
Op zo'n moment ontbreek ik hem: ''Wat droeg ze dan? Wat had ze aan?'' Een broekpak, had hij gezegd. Een broekpak met leuke schoenen, een mooie lach, stijl haar, lieve ogen. Nog maakt hun ontmoeting me verheugd.
Vanaf daar gaat het eigenlijk best snel tussen de twee. Ze zijn verliefd, en iedereen ziet het, voelt het. Er hing een soort sfeer om ze heen, overal waar ze gingen. Onafscheidelijk. Zelfs nu hoor ik het nog terug van mensen die papa kennen. Het maakt me jaloers en nieuwsgierig. Ik ben zo benieuwd hoe dat eruit moet hebben gezien. Wanneer dit ter sprake komt, kan ik niets liever willen dan dat ik een tijdgenoot van ze was geweest.
Papa, wonende in Lelystad, en mama, uit het dorpje Zwartsluis. Ze schrijven brieven, zoeken elkaar op, plannen vakanties. En al snel trekt mama bij hem in. Ze hebben samen een flatje, met flink wat ruimte ook. Versierd met planten, Perzische tapijten,boekenplanken, asbakken, kussens. Een thuis, vol gezelligheid.
Tja, wat er de jaren daarop gebeurde hoef ik niet te vertellen. Robin en ik zijn het levende bewijs dat hun liefde bestaan heeft. Naast de foto's, de herinneringen, de brieven, waar we altijd nog even terug in kunnen graven.
Wat ik wil zeggen is, ik kom uit een huis vol liefde. Van jongs af aan ben ik er aan blootgesteld. En daar ben ik dankbaar voor. Zo dankbaar.
Dit sprookje, het opschrijven bezorgt me tranen van vreugde maar ook van verdriet. Zo blij als ik ben met deze twee als ouders, zo verdrietig als ik me voel als ik besef aan hoe bruut het sprookje is beëindigd. En het feit dat er geen dag voorbij gaat dat papa het niet over haar heeft. Hij droomt nog altijd over haar. Het liefst zou hij haar volgen, zelfs de dood in.
Mijn zus en ik hebben allebei een beetje mama in ons. En dat is waarschijnlijk genoeg voor papa. Genoeg om zich te kunnen verheugen op hoe wij ons ontpoppen, als twee jonge vrouwen. Hij herkent haar in ons, en het maakt ons blij. Wij zijn slechts onszelf. Papa is misschien de liefde van zijn leven kwijtgeraakt, maar daar heeft hij wel 2 prachtige dochters als erfenis aan te danken. En die liefde, die liefde tussen die 4, leefde nog lang en gelukkig. Die liefde leeft voor altijd.
(Papa, dit is voor jou. Robin, ook voor jou. Ik hou van jullie. Sorry van het openbreken van je fotoboeken pap, gezien de tijd van het jaar ontkom ik er niet aan.)
woensdag 7 oktober 2015
Mijn zee
Hij komt terug
van onbekende reizen
verre einden
zoute liefde
hoe hij krult
omslaat
kust
schitterend
onstuimig
hoe hij me omarmd
mijn zee
van onbekende reizen
verre einden
zoute liefde
hoe hij krult
omslaat
kust
schitterend
onstuimig
hoe hij me omarmd
mijn zee
maandag 5 oktober 2015
De estafette
''Als ik verliefd word, dan ben ik echt zó gelukkig!'' ''Als ik dat baantje krijg, dan zit alles goed.'' ''Als ik mijn diploma haal, kan ik eindelijk opgelucht ademhalen en mijn leventje beginnen.'' Klinkt bekend, of niet?
De afgelopen jaren ben ik mijn leven gaan zien als een soort estafetterace; telkens een stokje afleveren, weer een checkpoint gehad. Alleen alle doelen die ik tot nu toe bereikte, voelde niet als de succesvolle sprintjes die het in feite waren, maar eerder als een uitputtend hardlooptraject. Natuurlijk kan ik trots zijn op de dingen die ik tot nu toe heb bereikt, maar, ben ik gelukkig? Nee. En hoe komt dat? Waarschijnlijk omdat ik verwachtingen plakte achter mijn te bereiken doelen. En eenmaal het checkpoint gehad, voelde ik me leeg, verward, incompleet. De successen boden niet de vrolijkheid en opluchting die ik ervan had verwacht. En om eerlijk te zijn steekt dat best.
Er is niks mis met dromen, ik ben ook altijd een dromer geweest. Maar ik ben het leven gaan inkleuren voor mezelf, wat me alleen maar teleurgesteld heeft gemaakt. Het leven zal namelijk niet altijd zo kleurrijk en mooi zijn als je had verwacht. Verre daarvan zelfs, ik heb al veel lelijks gezien en wat hobbels in de weg overwonnen. Het leven valt tegen, most of the time.
Ik wil niet langer hoge verwachtingen plakken aan de dingen die ik wil behalen. Prince Charming, dat gave baantje in mijn favoriete kledingwinkel of het winnen van een wedstrijd zullen mij echt niet het geluk bieden waar ik naar opzoek ben. Ook ben ik, door zo'n tunnelvisie te hebben op een bepaald goal, mijn waardering voor de kleine dingetjes verloren.
Zo wil ik niet langer zijn. Ik wil schoonheid zoeken in het gewone, het mooie inzien van het alledaagse. Niets maakt je zomaar gelukkig, totdat je je perspectief verandert.
De meeste dagen zullen, well, gewoon een dag zijn. Je wacht op je bus of trein, gaat naar school of je werk. Je komt thuis, eet, neemt de dag door, en dat is het wel zo'n beetje. Maar is het juist niet dat gewone, wat het leven tegelijkertijd ook weer zo geinig maakt?
Gelukzalig voelen, kost tijd, en moeite. Ik wil inspiratie en vrolijkheid putten uit een kijk op het positieve. Elke dag zal lastig zijn, soms valt het tegen, maar ik ben er van overtuigd dat wanneer ik het beste uit mezelf en dat om me heen probeer te halen, er vanzelf dingen zullen veranderen.
De afgelopen jaren ben ik mijn leven gaan zien als een soort estafetterace; telkens een stokje afleveren, weer een checkpoint gehad. Alleen alle doelen die ik tot nu toe bereikte, voelde niet als de succesvolle sprintjes die het in feite waren, maar eerder als een uitputtend hardlooptraject. Natuurlijk kan ik trots zijn op de dingen die ik tot nu toe heb bereikt, maar, ben ik gelukkig? Nee. En hoe komt dat? Waarschijnlijk omdat ik verwachtingen plakte achter mijn te bereiken doelen. En eenmaal het checkpoint gehad, voelde ik me leeg, verward, incompleet. De successen boden niet de vrolijkheid en opluchting die ik ervan had verwacht. En om eerlijk te zijn steekt dat best.
Er is niks mis met dromen, ik ben ook altijd een dromer geweest. Maar ik ben het leven gaan inkleuren voor mezelf, wat me alleen maar teleurgesteld heeft gemaakt. Het leven zal namelijk niet altijd zo kleurrijk en mooi zijn als je had verwacht. Verre daarvan zelfs, ik heb al veel lelijks gezien en wat hobbels in de weg overwonnen. Het leven valt tegen, most of the time.
Ik wil niet langer hoge verwachtingen plakken aan de dingen die ik wil behalen. Prince Charming, dat gave baantje in mijn favoriete kledingwinkel of het winnen van een wedstrijd zullen mij echt niet het geluk bieden waar ik naar opzoek ben. Ook ben ik, door zo'n tunnelvisie te hebben op een bepaald goal, mijn waardering voor de kleine dingetjes verloren.
Zo wil ik niet langer zijn. Ik wil schoonheid zoeken in het gewone, het mooie inzien van het alledaagse. Niets maakt je zomaar gelukkig, totdat je je perspectief verandert.
De meeste dagen zullen, well, gewoon een dag zijn. Je wacht op je bus of trein, gaat naar school of je werk. Je komt thuis, eet, neemt de dag door, en dat is het wel zo'n beetje. Maar is het juist niet dat gewone, wat het leven tegelijkertijd ook weer zo geinig maakt?
Gelukzalig voelen, kost tijd, en moeite. Ik wil inspiratie en vrolijkheid putten uit een kijk op het positieve. Elke dag zal lastig zijn, soms valt het tegen, maar ik ben er van overtuigd dat wanneer ik het beste uit mezelf en dat om me heen probeer te halen, er vanzelf dingen zullen veranderen.
zaterdag 3 oktober 2015
Abonneren op:
Posts (Atom)