Jan en Anneke
Toen ik nog een kleine drommel was, en ik keek naar mijn ouders, waren zij, tsja, niets meer niets minder dan ouders. Hoe bijzonder, dat de standaard 'huisje, boompje, beestje', uitgroeit tot een thuis, een tuin waarin je je verjaardagen viert en je een zwembadje hebt staan in de Zomer. Hoe de banden van 'mama en papa' zich uitbreiden tot beste vriend en vriendin, vertrouwenspersoon, inspiratie, spiegel, praatpaal, en meer.
Toen mama's ziektebed verhuisde van ziekenhuis naar thuis, werden we zoveel meer één als gezin. Als 11-jarige heb ik dat gemerkt, aangevoeld. Hoe bewogen ons hebben en houden toen ook was, het was gezellig. Om 2 uur werd je soms gewekt door de geur van koffie. Van de smaak moest ik niks hebben, maar ik kwam dan toch graag beneden. Dan zat papa aan mama's bed, en het enige wat hij deed was kijken. Ik schoof graag aan en deed dan het zelfde. Even vergaten we de nachtwaker, de verschillende pijnstillers in het medicijnenkastje en de 6 tumoren in haar hoofd.
Die avonden staan me bij. Hoe papa toen naar mama keek, hoe hij haar verzorgde, en hoe hij eigenlijk het liefste had willen schreeuwen, stampen, huilen. Want godverdomme, die ziekte stal zijn vrouw. Hij sjanste met haar leven, het nam haar glans, haar lach, hoe ze was.
Toen mama er niet meer was, kon ik het niet laten om te vragen hoe papa mama eigenlijk had ontmoet. Voor elk kind komt zo'n moment, of je nou 12 of 20 bent.
Mama, zoals ze was, zoals ze naar hem kon kijken.
''In de trein naar Harderwijk''
Papa had net een relatie achter de rug, en was eigenlijk nog steeds bezig met uitzoeken wat hij wou. Wat ging hij doen met zijn studie, ging hij door? Wat waren zijn doelen. Allerlei vragen waar je als young-adult mee wordt geconfronteerd. Hij zat in een sleur.
Op een avond stond één van zijn beste vrienden aan de deur. ''Kom op, kom, we gaan naar de keet. Ik heb een meisje ontmoet, en ik wil haar opzoeken. Kom op man, ga mee!'' Die keet stond in een gat, genaamd Hardenberg. Oh wat zag hij er tegenop. Hij had helemaal geen zin in dat kroegengedoe, in de drank, in de sfeer. Maar hij ging mee, en hoe.
Na een ellendige autorit, draaiende om die ene chick die zijn vriend daar zou treffen, waren ze er dan. Hardenberg, de keet. Papa komt binnen, en daar zat ze dan; mama. En wat had hij het te pakken, gelijk al.
Op zo'n moment ontbreek ik hem: ''Wat droeg ze dan? Wat had ze aan?'' Een broekpak, had hij gezegd. Een broekpak met leuke schoenen, een mooie lach, stijl haar, lieve ogen. Nog maakt hun ontmoeting me verheugd.
Vanaf daar gaat het eigenlijk best snel tussen de twee. Ze zijn verliefd, en iedereen ziet het, voelt het. Er hing een soort sfeer om ze heen, overal waar ze gingen. Onafscheidelijk. Zelfs nu hoor ik het nog terug van mensen die papa kennen. Het maakt me jaloers en nieuwsgierig. Ik ben zo benieuwd hoe dat eruit moet hebben gezien. Wanneer dit ter sprake komt, kan ik niets liever willen dan dat ik een tijdgenoot van ze was geweest.
Papa, wonende in Lelystad, en mama, uit het dorpje Zwartsluis. Ze schrijven brieven, zoeken elkaar op, plannen vakanties. En al snel trekt mama bij hem in. Ze hebben samen een flatje, met flink wat ruimte ook. Versierd met planten, Perzische tapijten,boekenplanken, asbakken, kussens. Een thuis, vol gezelligheid.
Tja, wat er de jaren daarop gebeurde hoef ik niet te vertellen. Robin en ik zijn het levende bewijs dat hun liefde bestaan heeft. Naast de foto's, de herinneringen, de brieven, waar we altijd nog even terug in kunnen graven.
Wat ik wil zeggen is, ik kom uit een huis vol liefde. Van jongs af aan ben ik er aan blootgesteld. En daar ben ik dankbaar voor. Zo dankbaar.
Dit sprookje, het opschrijven bezorgt me tranen van vreugde maar ook van verdriet. Zo blij als ik ben met deze twee als ouders, zo verdrietig als ik me voel als ik besef aan hoe bruut het sprookje is beëindigd. En het feit dat er geen dag voorbij gaat dat papa het niet over haar heeft. Hij droomt nog altijd over haar. Het liefst zou hij haar volgen, zelfs de dood in.
Mijn zus en ik hebben allebei een beetje mama in ons. En dat is waarschijnlijk genoeg voor papa. Genoeg om zich te kunnen verheugen op hoe wij ons ontpoppen, als twee jonge vrouwen. Hij herkent haar in ons, en het maakt ons blij. Wij zijn slechts onszelf. Papa is misschien de liefde van zijn leven kwijtgeraakt, maar daar heeft hij wel 2 prachtige dochters als erfenis aan te danken. En die liefde, die liefde tussen die 4, leefde nog lang en gelukkig. Die liefde leeft voor altijd.
(Papa, dit is voor jou. Robin, ook voor jou. Ik hou van jullie. Sorry van het openbreken van je fotoboeken pap, gezien de tijd van het jaar ontkom ik er niet aan.)
Zo schattig, leuk, lief, bijzonder. ....Gunst, wat nog meer mist aan bewoordingen van bewondering , dank en bijzondere mengeling van emoties, dan is het omdat die woorden me nog niet zijn bijgeschoten als hulp bij mijn expressie en, om jouw stuk niet langer the maken dan mijn reactie :=)
BeantwoordenVerwijderenJan
... brok in mijn keel, tranen in mijn ogen. Hoe mooi verwoord, hoe beeldend. Zo jammer dat ik haar nooit heb gekend, nu ja , een beetje, door jouw woorden ... en de foto's ...
BeantwoordenVerwijderenZe is nog steeds onderdeel van jullie gezin en zal dat altijd blijven ...
En ja, ik zie haar gelijkenis in jullie beiden terug, Robin en Aisi ... Twee bijzondere meiden met een bijzonder mooie moeder en een bijzindere, mooie vader! :-D