We deelden een huissleutel en daar bijkomstig ook een deur. Dat was het eigenlijk wel, maar het was genoeg. Dan zong jij liedjes en draaide ik de kamer door. En als je moe was deed ik maar alsof. Ik droom met open ogen als ik bij jou ben. En waar je vingers ook zochten, mijn hand beantwoordde ze, altijd. En in mijn gedachte ben je nog steeds hier, waren we verliefd, elke dag.
Ik was van jou, voordat ik mezelf was. En nu ben ik mezelf niet, ik ben niet van mezelf, noch jou, noch iemand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten