Het was een nietsvermoedende Donderdag avond, en mijn zus en ik keken terug op de afgelopen 5 jaar, en ver daarvoor. En het akelige gevoel van ouder worden bekroop me. Waarom kan niks zo blijven zoals het is?
Wat zo simpel begon als echte zussenpraat, over hormonen en rondingen, jongens en slechte gewoontes, veranderde al snel in een terugblik op nog niet eens zo heel lang geleden. We keken terug op de tijd waarin onze moeder ziek werd, en wat het met ons deed. Alle mensen die we over de vloer hebben zien komen, en dat het veel te snel is gegaan. Ik besef me dat ik terug kan gaan in het gevoel van toen. Praten over mama's ziektebed is niet zomaar een gespreksonderwerp, heb is een stemming. Alsof ik de rillingen over mijn rug voel terwijl ik 'Yarden uitvaartzorg' voor me zie, wat dan weer gepaard gaat met het magische gevoel wat ik altijd had met één van mama's nachtwakers: de paardenfluisteraar, met haar huisje op de Posbank.
Cliché: het was een gekke periode, en het is te snel gegaan. Maar, zodra je erover praat, weet je ook echt dat het zo is. De cliché's over de wereld zijn waar. Maar waarom? Waarom kunnen dingen niet zo blijven zoals ze altijd bij je bekend zijn geweest? Het was toch voortbestemd?
''Ik denk dat je eigen jeugdherinneringen nog altijd mooier zijn, dan het zien opgroeien van je eigen kind..'' Ware woorden uit de mond van mijn zus. En ik wist wel zeker dat ze gelijk had. Want onze jeugd was ook leuk. Het moest zo zijn, de weekenden bij opa en oma met mama erbij, ik logeerde op een klein kamertje en mama en Robin samen op de grote kamer. Samen ontbijten, een gekookt eitje, en oma had altijd een schortje om. Daarna buitenspelen, op visite bij tante, en spelen in het riet in de achtertuin. De mooie dagen in Zwartsluis, zo onschuldig als ze toen waren.
Het is dan 5 jaar geleden, maar pas gister hebben Robin en ik ons voor het eerst aan mama's kledingkast gewaagd. Je staat er nooit echt bij stil dat haar kleren nog gewoon zo liggen, zoals ze liggen. Maar één blik op een bepaald truitje, en ik denk aan verjaardagen met de familie, mama's lippenstift en samen zij aan zij liggen in bed op Zondag. Opeens ben ik weer zo dichtbij, bij dat gevoel wat ooit eens zo normaal was. Ik besef me dat ik het mis, maar dat ik me niet meer kan vastklampen aan het verleden, net zoals ik dat niet kan met het heden, sinds er ook een toekomst is.
Als ik denk aan mama denk ik aan de verkreukelde zakdoekjes in haar jaszak, de moppen waarmee ze thuis kwam die ze te horen kreeg van patiënten op haar werk, en haar knalroze badjas. Ik denk aan hoe lekker haar appeltaart rook en smaakte, aan de moedervlekken in haar hals en het gekke gezicht als ze weer met folie om haar hoofd zat om de henna in te laten trekken. Haar hand was vanzelfsprekend groter dan mijn kinderhandje, maar ook altijd zachter, warmer, en het hield me stevig vast. Het is gek om die dingen niet meer te voelen, maar ze wel zo helder voor me te zien.
Misschien is voor iedereen dit het zelfde, dat gekke gevoel wat je bekruipt als je terug denkt aan vroeger. Misschien zit het allemaal in mijn hoofd, dat mijn gevoel anders zou zijn dan het jouwe, omdat mijn herinneringen ook anders zijn. Maar wat het ook is, ik zal er nooit een antwoord op krijgen. Het is een stukje van mezelf, en alles wat mij nog rest aan mijn jeugd, aan hoe het geweest is. En ik ben o zo blij, dat ik dat stukje ken, en ik, wanneer ik maar wil, even kan terugkruipen in het gevoel van toen.
Mooi geschreven! Ik herken het. Terugdenken heeft een bepaald gevoel inderdaad. Gek is dat :)
BeantwoordenVerwijderen