Ik heb eindelijk woorden gevonden om erover te schrijven. Woorden die mij kunnen uit leggen, de taboe zoals ik die als 11/12-jarig meisje eromheen heb ervaren. Schrijven, met nog iets meer dan lading. En dat op een dag als vandaag.
Mama was altijd los, swingend en vrolijk. Zoals ze dan aardappels stond te schillen in de keuken met Arrow Jazz FM op de achtergrond. En owee, er moest maar een nummertje met net dat beetje pit erin op de radio komen en mama schoot de huiskamer in. Dan greep ze me bij de arm, en banjerden we zo de huiskamer door. Robin, mijn oudere zus, destijds een flinke puber, kon er niet om lachen. Ze haalde dan haar wenkbrauwen op, en met een zucht en een luidkeels ''oh my god'' stond ze dan op en liep ze weg. Mama en ik konden er om lachen. Al vrij snel dook ze daarna weer de keuken in, en ging ze verder met haar kookkarwei.
Mama was niet het type om ziek thuis te zitten en de dag aan haar voorbij te laten schieten door een verdervende chemokuur door haar aderen. Nee, mama was geen zielig kamerplantje. Zij was de vrouw die die ''kanker kanker'' wel eens even een draai om de oren zou geven. Zo heeft zij vanaf het begin van haar ziekteproces in haar schoenen gestaan.
Een moment dat ik me nog goed kan herinneren is toen we mama's hoofd gingen kaalscheren. Man, wat een dramatisch emotioneel moment was dat. Maar het ging wel op onze manier: tondeuse in de ene hand, en stofzuigerslang in de andere. Zo kregen we mama, met tranen maar ook met lachen, uiteindelijk tot je stereotype kankerpatient. Kaal, huilerige rode ogen, maar met gebalde vuisten en veel strijdlust.
Zo is het altijd gegaan. We konden lachen om de kanker, we maakten zelf grapjes over de chemo en zijn bijeffecten. Deze deelden we dan aan tafel, tijdens het avondeten. ''Ik heb weer een goeie..'', begon mama dan altijd. Naast wat misvormde cellen in mama's lichaam, was er bij ons thuis van een kankerstemming geen sprake.
Totdat er bleek dat mama's hoofd ruimte had verhuurd aan 6 knellende hersentumoren. Dit was een compleet nieuw hoofdstuk. Wat zeg ik? Zeg maar gerust nieuw boek. ''Hoe sterft er iemand voor je ogen weg, in nog geen 1,5 maand tijd'', ik kan er pagina's over volschrijven, maar dat is niet wat ik nu wil doen. Details zal ik dan ook achterwege laten.
Ik heb alles voorbij zien komen. Nachtwakers bijvoorbeeld. Vreemde types zijn dat, maar ik ben ze dankbaar. Van paardenfluisteraar tot lieve breiende typetjes. De één bracht kruidenthee mee van thuis, om de nacht door te komen, en de ander las graag een boek over de filosofie van het leven. Veel van mama's ziekteproces heb ik bewust niet meegemaakt, omdat ik er voor vluchtte. Ik besteedde veel tijd op de computer, met vrienden die kilometers van me weg woonden. Internetvriendschappen. Het hele feit dat ik er niet voor mama ben geweest toendertijd, is wel iets waarover ik me nu schuldig voel, maar waar ik ook begrip voor mezelf kan opbrengen. Ik was jong, en natuurlijk wil je je dan zo koppig als je bent niet toegeven aan het feit dat je moeder die op een ziektebed achter je in de huiskamer ligt, dag bij dag een beetje meer sterft.
Na deze 5 jaar, zijn heel veel dingen voor me terug gekomen in mijn herinneringen. Iets wat ik nu erg fijn vind, omdat ik alles langzamerhand wel kan plaatsen, nu ik wat jaartjes ouder en wijzer ben. Natuurlijk was het niet makkelijk, want welke puber verlangd nou niet naar advies van hun moeder? Ik weet nog wel hoe onwennig papa zich voelde, toen ik moest vertellen op een Zaterdagavond dat ik mezelf officieel een vrouw mocht noemen. Het was koddig, want hij probeerde maar al te graag zijn best te doen om me gemakkelijk te laten voelen. Maar oh man, wat had hij toch ook graag gewild dat hij dat gênante gesprek niet met me hoefde te voeren.
Ik mis mama niet meer op een dag als vandaag, of als op een speciale dag. Vandaar dat deze dag voor mij niet meer zo'n emotionele bedoeling heeft. Ik mis haar juist op de onnozele, onbelangrijke momenten. In de kleine dingetjes, die er juist veel toe doen omdat andere mensen ze voor lief nemen, en jij nu iemand die heel belangrijk voor je is mist, in zoiets kleins.
Het missen wordt niet minder, maar steeds een beetje meer. Natuurlijk denk ik vandaag aan jou, mam, en kijk ik even omhoog als ik ga slapen. Hier ben ik, schrijvend over jou. Ik hoop dat je trots op me bent, hoe ik geworden ben, maar ergens weet ik dat wel een beetje zeker. Ik weet dat je me kan zien, en hoop dat je niet bent vergeten wat ik elke dag tegen je zei: ik hou van je. En of je nou een zwevende ziel bent in de atmosfeer, een verteerd stofje in onze aardkorst, of een geestengedaante in een hemels paradijs, waar je ook zit, geen afstand veranderd iets aan dat houden van. Ik ben en blijf je dochter, jouw bloed, zo leef jij toch een beetje, in mij voort.
Ik ben ontroerd. Mooi geschreven, en eerlijk. Ook echt heel fijn dat je gewoon niet zielig erover doet en gewoon de grapjes maakt die je moeder waarschijnlijk ook had gemaakt toen de tijd.
BeantwoordenVerwijderenDe ziekte zelf is een heel taboe, dat valt niet te ontkennen, maar we bleven altijd hoopvol en we waren gek met elkaar en op elkaar hier thuis! Dankjewel voor je lieve reactie
VerwijderenWat heb je het mooi opgeschreven, sterkte Aisi! Je kan trots zijn op jezelf hoe je het hebt gedaan, en zij ook! xxx Joyce
BeantwoordenVerwijderenDankjewel lieve joyce!
VerwijderenSuper mooi! Top geschreven.
BeantwoordenVerwijderenAh Aisi je kunt zoo mooi schrijven! Sterkte en ik weet wel zeker dat ze trots op je is xxxx
BeantwoordenVerwijderenJe bent een lieverdje Suus, dankjewel!
VerwijderenLieve Aisi, wat een mooi en ontroerend verhaal heb je geschreven. Je bent zo sterk en je houdt je zo goed staande, ik heb er diep respect voor. Als moeder wil je maar één ding; je kind gelukkig zien. Zoek het op en neem het mee! En jouw manier van schrijven is niet gewoon goed, het is werkelijk buitengewoon. Enkel mensen met een rijk gevoelsleven en een grote dosis lef kunnen dat. En ja, jouw moeder kan trots op je zijn, ik denk dat de hemel ervan straalt! Liefs, Hella
BeantwoordenVerwijderen