Besmet met bindingsangst bewoon ik mijn vaste kroeg. Bier wordt gedronken, geademd en vervolgens uitgezweet. Ik moet er niks van hebben. Meisjes zwieren op hoge hakken voorbij, gearmd met jongens die ik het plezier niet eens gun. Er wordt op mijn schouder getikt. Moeilijk kijk ik op. Je stelt je voor en nodigt me mee uit naar buiten.
We staan in een portiek, kleumend. Het vuur likt aan het uiteinde van je sigaret. De nacht buigt zich over ons, maar ontfermt zich over niemand. Een stilte. Je vraagt naar mijn naam en bestudeert de kleur van mijn ogen. Mijn wangen gloeien. In mijn hoofd spookt het: ''Zal ik gewoon je hand pakken? Zal ik je hand pakken en met je wegrennen, gewoon, omdat het kan?''
En zo stal ik je hand, je arm, je hart. Ik nam je mee. Dook de nacht in, beroofde je van herinneringen waarvan je dacht dat je ze vergeten was
Geen opmerkingen:
Een reactie posten